HAAGSCHE STRAATNAMEN.
227
oordeel in ingezonden stukken in de bladen weerklin
ken dat men alleen persoonsnamen aan de straten
moet geven en anders niet. Dat men dan toch al heel
spoedig in celebriteiten van den tienden rang moet ver
vallen schijnt hen geen bezwaar.
Vele anderen daarentegen en ze publiceeren hun
opvatting op dezelfde wijze meenen, dat men per
sonen niet als peters van straten moet gebruiken, maar
andere namen moet bedenken, terwijl ze overigens in
gebreke blijven geschikte namen te noemen.
De gemeente heeft tot nu toe en terecht zoowel
namen van personen als andere gebruikt. Sinds 1910
zijn dan ook nieuwe wijken benoemd naar visschen,
vogels, zeevogels, bloemen en klimplanten, struiken,
boomen, moderne Nederlandsche prozaschrijvers, Ameri-
kaansche kolonisten, Friesche stadhouders, Nederland
sche eilanden, scheepsonderdeelen, schepen, onderdeden
van de zeehaven en onderdeden van het stoomgemaal.
Het is niet gemakkelijk nog veel nieuwe categorieën
te vinden. Natuurlijk moeten de staatslieden uit lateren
tijd, de oude letterkundigen en de moderne dichters
nog een beurt hebben. Voor deze allen is reeds een
wijk gereserveerd. Naar verdere namen zal nog gezocht
moeten worden. Helaas zijn namen van ambachten, van
spoorwegonderdeden, van muziekinstrumenten indertijd
afgekeurd en dus vooreerst niet te gebruiken. Ook de
vorstelijke personen, vroeger een categorie, die met
graagte gebruikt werd, zijn niet zoo gemakkeiijk meer te
vinden. Er zijn sinds 1910 dan ook slechts zeven vorsten -
straatpeters geworden. Bovendien moet men er voor
waken beroemdheden van den dag voor het benoemen
van straten te kiezen. Zelfs straatnamen kunnen ver
vlogen roem niet verlevendigen. Een goed voorbeeld
daarvan geeft de Zuid-Afrikaansche wijk. Wie weet