14
JOANNES VOLLENHOVE.
geen geleerde
en werkkring
vluchtige
zien hoe
recht schonk hem nader te leeren kennen als een waar
Christen, een gezalfde des Heeren, met een diep innig
geestelijk leven. Wat was het een vreugde en eer voorden
jongen Vollenhove daar met zijn vriend Willem Sluyter,
een jaar na hem te Utrecht ingeschreven, te mogen
aanzitten aan den disch en de genegenheid van den
beroemden meester te ondervinden. Welk een uitgelezen
kring kwam daar telkens bijeen, als Anna Maria Schuur
man, de begaafde vrouw, die in hare woning verschil
lende malen bezoeken van vorstelijke personen ontving,
met hare vrienden ten huize van Voetius vertoefde.
Sinds 1644 was ook Johannes Hoornbeek als Hoog-
ieeraar in de Godgeleerdheid te Utrecht werkzaam.
Voorheen een vlijtig leerling van Voetius werd hij nu
zijn ijverige ambtgenoot, die een tiental jaren, tot zijn
vertrek naar Leiden, in eenheid des geestes met zijn
vroegeren leermeester de Stichtsche Academie ten sie
raad strekte. Hoornbeek wist veel en was
van alledaagschen stempel. Levensloop
hadden hem tot een polemicus gevormd en een
inzage van de lijst zijner geschriften doet ons
vaak het woord controversiae en de synoniemen ervan
door hem op de titels zijner boeken geplaatst zijn. De
uitlegging van het Oude Testament was hem toebetrouwd.
't Waren vooral deze mannen die op de vorming
van den jongen Vollenhove grooten invloed gehad
hebben, tot wien hij zich door sterke banden getrokken
gevoelde, wier onderwijs door hem met hartelijke
instemming gevolgd werd. Doch ook de vrienden, die
God hem aldaar op den levensweg deed ontmoeten, zijn
hem ten zegen geweest, en daaronder met name de
genoemde Willem Sluyter, 22 Maart 1627 te Neede
geboren, evenals hij een dichterlijke geest, en reeds jong
tot den dienst des Heeren getrokken. Hoe goed ver-