JOANNES VOLLENHOVE. 16 Na afloop van zijne studiën aan de Utrechtsche Hooge- school wenschte Vollenhove naar de gewoonte van velen in die dagen ook nog een andere Academie te bezoeken. 13 Juli 1653 liet hij zich daartoe in het album te Gro ningen inschrijven ten einde de lessen van Samuel Mare- sius te volgen, den geleerden polemicus, sinds 1643 aldaar als hoogleeraar werkzaam, bekend, behalve door tallooze andere geschriften, door zijn dogmatisch compendium, een Handboek ten behoeve zijner studenten. Maresius was een man van groote gaven en werkkracht, een docent die zich voor zijne leerlingen veel moeite gaf, een voor beeld van nauwgezette werkzaamheid. Als predikant bij de Waalsche gemeente te Groningen had hij des Zondags twee beurten te vervullen, gaf wekelijks zes uur college, n.l. vier uur dogmatiek en twee uur dogmengeschiedenis, voorts twee of drie privaatlessen, behalve de Disputa- tiones die hij schreef en door studenten verdedigen liet. Viermaal 's weeks werden bij elke samenkomst zes vragen behandeldtien of twaalf studenten moesten zich daarop voorbereidenoverigens mochten er zoovele hoorders zijn, als er van den voorzitter daartoe verlof hadden bekomen, terwijl de taak der personen die aan het dispuut deelnamen bij loting bepaald werd. De roem van zijn geleerdheid, de groote toewijding aan zijn levenstaak en zijne methode van doceeren trok vele jongeren naar de Groningsche Hoogeschool, zoodat het niet vreemd was dat ook Vollenhove na zijn Utrechtsche jaren zich op gewekt gevoelde zich daarheen te begeven. Toch was zijn verblijf in dezen kring slechts kort van duur, daar hij binnen een jaar Groningen verliet. x) Vollenhove heeft in later jaren, 1663, den roem van Maresius bezongen in Latijnsche verzen, naar aanleiding van diens werk Hydra Socianismi expugnata. Zie J. Vollenhove's Poëzy, Amsterdam 1686, blz. 494 v.v. (Haagsche Kerkeraads-Bibliotheek).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 26