I Op 31 December 1920 als volgt: H. M. de Koningin i JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING „DIE HAGHE” OVER 1920. i I en Z. K. H. de Prins der 18 Wederom is een jaar ten einde gespoed en het oogenblik aangebroken de annalen der vereeniging met een te vermeerderen. Veel is er in 1920 gepasseerd, dat tot voldoening stemt, dat getuigt van frisschen werklust en een opgewekt vereenigingsleven. Wij her inneren aan de boeiende lezingen, de geslaagde uit stapjes, de verschijning van een nieuwe serie van den platenatlas en van het jaarboek, aan de herziening van de statuten en het huishoudelijk reglement, waarmede de vereeniging blijk gaf met haar tijd te willen mee gaan en de bakens te willen verzetten wanneer het getij verloopt. Maar aan den anderen kant zijn er feiten, welke tot mindere opgewektheid aanleiding geven. Ook onze vereeniging heeft te lijden door de duurte der tijden en wel in dubbele mate, doordat de uitgaven aanzienlijk gestegen zijn, wat tot uiterste zuinigheid dwingt en doordat velen, als gevolg van de omstandig heden, den band verbreken, welke hen aan tal van ver- eenigingen bindt en daarbij blijkbaar ook het lidmaat schap van onze vereeniging niet vergeten. Dat daarbij de opvoering van het ledental belangrijk grootere be zwaren ondervindt dan vroeger, behoeft geen betoog. Op 31 December 1920 was de stand der ledenlijst

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 288