JOANNES VOLLENHOVE. 19 geen al te onder de dorpje temidden van breede heidevlakten hem ook voor zijn verdere bediening ten zegen geweest. Hier leerde Zijn Zender hem in het kleine getrouw te zijn om hem straks in het grootere te stellen, hier vond hij gelegen heid na afloop van den herderlijken arbeid de studie te behartigen en de dicht- en letterkunde te beoefenen, waarvan hij eerlang te Zwolle zulk een kostelijke proeve in het licht zou geven x). Spoediger dan hij had kunnen denken was de tijd voor zijn vertrek aangebroken. In Zwolle was de aan dacht op hem gevestigd en weldra kwam tot hem het beroep naar deze veel grootere gemeente, 't welk door hem na ernstig beraad onder biddend opzien aanvaard werd. Reeds 8 November 1655 ontving hij zijn eervol ontslag uit de classis om zich na enkele dagen aan zijn nieuwen werkkring te verbinden, en met zijn drie ambt- genooten B. van Eil, J. Hesselius en R. Kraus Gods Woord in Overijssel’s hoofdstad te bedienen. Hier verscheen in 1655 van zijne hand het eerste van de vele ..bruiloftdichten” die hij later zou uitgeven, de „Echtkrans voor den Hooghedelen en welgeboren here Joan van Echten, Here van Echten en 't Hogeveen, en de Hoogedele en welgebore Juffer Anna Elisabet van Haarsolte, Dochter van den Kranenburg"Toen het later, in 1686, bij zijn verzamelde gedichten nogmaals herdrukt werd, voegde hij in een naschrift er eerlijk bij„Dit bruiloftdicht, niet het beste, maar ’t outste, en een onrijpe vrucht van mijn jonge jaren, verdient naulijk hier plaats, hoewel overzien en verbetert, en eischt geen lof. maar verzoekt slechts verschoningen, en verwacht ze van ongenadige oordeelen. Herdrukt buiten mijn kennis en gedichten van verschelde geesten gemengt, als of het iet waardig waar, en smakelijke spijze voor liefhebbers, die belust zijn op zulke gerechten, heeft het mij de waarheit van Horatius spreuke getoont Nescit vox missa reverti’t Gesproken woord is vlug en wil niet weer terug. Om alles met een woort te zeggen Wie in deze vroege vrucht mijner jeugt geen smaak vint, boete zijnen lust liever aan Christus Kruistriomfen mijne andere kruisgedichten". Poëzy, bl. 397 v.v.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 29