JOANNES VOLLENHOVE. 21 van ’t ene de geringheit van ’t andere zal verschonen, en iets van hare luister bijzetten. Wy voeren hier geen Herkules naar de starren, die met boge en knodse den aardtbodem van allerhande ondieren en lantbedervende gedrogten geschuimt heeft, en, als er anders niet over schoot, den yslyken helhont, al huilende en bassende en sidderende voor het licht, met ene yzere keten om zijn dry halzen, van den duisteren jammerpoel naar boven gesleept. Myn dicht- en triomfstof is de Gekruiste Jesus, die den doot op Golgotha, als in zyn eigen leger, aantast en door zyn dood den dootsteek geeft, en van de helsche slang fel in de hielen gebeten, alle helgedrogten het hooft verplet, en de gansche magt der helle op den triomfwagen van het kruis ten toon stelt. Zo wort hy triomferende, vele ewen voor zyn triomf, onder de heilige orakels van Esaias overheerlyk ingevoert, alsof hij versch uyt den stryt keerde, en na het vertrappen van de gruwelykste vyanden, noch hygende en zwetende, en bestoven en roodt bebloedt, van zyne dier gekochte kerke wiert toegejuicht en gewelkoomt. Zo is de kruiskerk gesticht, die sedert, op de heirbaan der godtvruchtigheit en het zelve kruisspoor naar den prys van onendige heer- lykheit rustig voortstrevende, de poorten des afgronts trotst, en (’t geen de werelt in hare oorlogsmagten nooit gezien heeft) daar ze vervolgt, verjaagt en ver drukt wort, al duikende het hooft opheft, afnemende toeneemt, wijkende overwint, en leeft al stervende. Terwijl werelt en hel tegen dien Gekruisten Godt met zwaart en wetten woeden en razen, terwyl zyne kruis gezanten, verachte visschers, het schandaal en de vloek van Joden en Heidenen, de spot en het uitvaagsel der werelt, niet dan zijn kruisdoot verkondigen, en in zijne schande roemen, om zelfs, tot loon van dien arbeit gruwelijk gedoodt, gekruist en geschandvlekt te wor-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 31