JOANNES VOLLENHOVE. 22 den, wort de werelt nochtans in weinige jaren met Christus kruislere vervult; en keizers en koningen, op het gezicht van zijn kruistriomfe uit hunne tronen en triomfkoetsen afstijgende, buigen hunne halzen gehoor zaam onder 't kruis, leggen hunne schepters en kronen voor zijne voeten neder, en zoeken hunne behoudenis in zyn lyden. Als ik myn dankplicht omtrent Uwe Ed. Achtb. zocht niet te voldoen (dat waar ondoenlijk) maar te betuigen, viel my deze kruistriomf wel te pas in de hant, al een wyl tyts gedicht voor myne komste en beroep in deze uwe stadt, waartoe Uwe Ed. Achtb. belieft heeft zoveel gunst en genegenheit te tonen, als ik het weinig op haar verdient hadde. Niemant kon ik dit gedicht beter eigenen, dan dien de dichter dus eigen was geworden. De droeve pestplage, uit dry hooftplagen, als d’ allergenadigste, doch niet zonder veel benautheits, van David verkoren (uw stadts alge meen kruis nu, en veel huiskruis alom verwekkende, waarbij de noot van velen sommige in ’t byzonder, maar de zorgen voor allen Uwe Ed. Achtb. al te zamen ter harte gaat) moet ons nu meer dan oit leren opzien naar Christus Kruis, het rechte tegengift en de heilzame pest van doot en pestvier: gelyk het gewonde Israël, van vierige slangen in de woestyne gebeten, om ge- nezinge opzag naar de kopere slang van Moses. Myn kruisgedicht verzekere ondertusschen Uwe Ed. Achtb. dat ik anders niet voorgenomen heb hier te prediken, dan den Gekruisten Christus, maar alle kennis, naar het voorbeelt van dien groten leraar der Heidenen, gaarne te vergeten om ene kruisles, en de goddelyke majesteit yverig te bidden, dat Uwe Ed. Achtb. en hare burgerye of geen kruis bezware, of al wat haar drukt, door mynen triomferenden kruishelt verlicht, ge- heiligt en gezaligt worde”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 32