JOANNES VOLLENHOVE. 35 strijdende voor eene en de zelve zake, tegen de zelve vijanden, en om de zelve kroon te winnen, de zelve zaligheit te bezitten, als medeerfgenamen uit kragt van een en ’t zelve testament: en hoe zoudt gij, die door zoovele hemelsche banden van liefde en eendragt onder ling verbonden zijt, door helsche tweedragt van elkandere gescheurt worden Hoe smartte hem het ontbranden van den oorlogsfakkel tusschen Nederland en Engeland „onze broederen, niet alleen onze naaste nagebuuren in zee, maar noch veel nader bontgenoten in ’t geloove,” zoodat zijn klacht opsteeg: „O Godt des vredes, Middelaar en Vorst des vredes, Geest des vredes, zalige en eeuwiglyk vereende Dryeenigheiddrie in een en een in drie, die u niet in wint, noch vier noch aartbevinge, maar in een zagt geruisch plagt 't openbaren, hoe ver mag uw Evangelium zoo weinig, een woord der ver zoening en des vredes, waardoor gy ons tot vrede hebt geroepen, en tot een stad hierboven, die Jerusalem heet, een plaats van rust en vrede boven de bewe gingen van alleshoe vermag dit alles zoo weinig op de geene, die uwen naam aanroepen en belyden en uit eenen mond tot u roepen: Onze Vader?” Wat was daar veel dat ook in de Zwolsche ge meente tot droefheid stemde. „Hoe komt het dat be daagde lieden, die al hun leven te kerk gegaan hebben en vanwege den tijdt leeraars behoorde te zyn, noch kinders in kennisse blyven, nauwlijx d’ eerste beginsels verstaan en qualijk melk konnen verdragen? Hoe komt het dat de heilige leere zo qualijk beleeft wort? Het gezegende geslacht der eerste Gereformeerde heeft ver basterde nakomelingen nagelaten die geen christenen zijn, dan tot smaat van Christus. Hoe vele menschen, die het Evangelium geloven, zoo zy zeggen, en echter zoo leven alsof ze toch niet geloofdenIndien Godt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 45