JOANNES VOLLENHOVE.
41
Brandt zorgde dat onder zijn toezicht de poëzy van Vollenhove
te Amsterdam naeukeurigh gedrukt wierdt’’, de Haes, blz. 49.
2) Deze brief is gedateerd 24 November 1665, de Haes, blz. 124.
Vondel schreef van die Lijkklagt dat het „een lierzang was, dien
heldt waardig en uit een volle ader van den hengstebron uitgebarsten”
Vgl. J. te Winkel, De Ontwikkelingsgang der Nederl. Letterkunde, II,
Amsterdam, 1908, blz. 323.
3) „Als een bijzonderheid uit Vollenhove’s leven teekenen wij aan,
dat reeds kort na zijne komst in Den Haag (1666), aan hem als
predikant de moeilijke taak mede was opgedragen, om den ridmeester
en page van prins Willem, De Buat, wegens hoogverraad veroordeeld
tot onthoofding, ter dood voor te bereiden en in zijn laatste oogen-
blikken bij te staan. Van 't gebed, daarbij door Vollenhove uitgesproken,
wordt gezegd, dat het „hoewel seer aendachtigt en stichtelijck, nochtans
nae het gevoelen van eenige, en misschien oock van den Patient, al
een weynigh langh” was. (Zie, Hist. Verhael en politique bedenckingen
aengaende de Bestieringe van Staet- en Oorlogs-saken onder Corn,
en Joh. de Witt, Amsterdam 1677, blz. 352”). Aangehaald door
Lesturgeon, Bloemlezing, blz. 28.
bouw van de Nederlantsche tael en dichtkunde”, hun
beider voorliefde „voor de schriften der groote meesteren
in onze moedertael, met name de Historiën van Hooft
en de gedichten van Vondel” bracht hen telkens met
elkander in nauwe, vriendschappelijke aanraking 1), gelijk
Vollenhove Brandt in antwoord op zijn welwillende
beoordeeling van diens gedicht Lykklagt over den door-
tuchtigen helt Nikolaas van Serini schreef„Hier hebben
we beide gemeenschap in een en ’t zelve heilighdom der
goddelijke poezijeen ik ben ’t met u eens, dat een andere
verscheidenheit van gezintheden dien bant van vrientschap
niet behoort te breken. Twee dingen worden ons boven
andere van Godt aangewezen, Zach. VIII19, Waarheid
en Vrede.” 2)
In het voorjaar van 1666 ontving Vollenhove te midden
van zijn ambtelijken arbeid die hem reeds zeer in beslag
begon te nemen s) een bezoek van zijn vriend Sluyter
uit Eibergen. Droeve oorzaken hadden hem uit zijn ge-