43 JOANNES VOLLENHOVE. „Goude Gravenhof, vol hoven, Hollantsch Eden, lustprieel, Van geen Tempe te verdooven, Aller steden pronkjuweel. Opschrift boven een preek over Ps. 37 6 door hem op 1 Oct. 1666 in de Kloosterkerk gehouden. Zie De Heerlijkheit der rechtvaardigen, blz. 94 v.v. 2) „Dit vers van Vollenhove is steeds tot zijn beste gedichten ge rekend, evenals ook de Lijkklagt op Graaf Nicolaas Serini, die strijdend voor den keizer tegen de Turken, in 1665 gesneuveld was”, te Winkel, t. a. p. blz. 323. Zie zijne Poëzy blz. 182 v.v. In dit jaar gaf Vollenhove ook nog zijn Grafdicht op van Wassenaar van Obdam, Poëzy, blz. 261 v.v. en een hulde aan het werkje van Ds. Trigland over Psalm 101, aan Prins Willem III opgedragen. Poëzy, blz. 143. Zie Kerkelijk 's Gravenhage in vroegere eeuw, blz. 20 v.v. „het licht na de duisternis” weder over zijn huis zou opgaan, en de Almachtige hem opnieuw de kracht voor zijn levenstaak zou hergeven. Hevig ontroerde hem ook. het bericht van den ontzettenden brand, waar door Engeland’s hoofdstad geteisterd was, 't welk hem evenals Vondel, Westerbaan, De Decker en anderen de stof gaf voor een gedicht Op den gruwzamen Brandt van Londen, waarin hij de ellende en verwoesting der stad als een oordeel uit Gods hand op aangrijpende wijze weergaf 2). Dat ook de schoonheid en de pracht van de vorstelijke residentie onzen Haagschen leeraar menigmaal boeide als hij zich door hare straten of omgeving in zijn arbeid bewoog, kan ons niet verwonderen. Toen de advocaat Jakob van der Does een lofzang aan 's Gravenhage wijdde, haastte Vollenhove zich dan ook een weerklank daarop te doen hooren en zijnerzijds als dankbaar burger de hofstad te bezingen en haar hulde te brengen:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 53