44 JOANNES VOLLENHOVE. Vorstenwieg, vol glans en glori, Raatpaleis van ’t algemeen, Eerste en leste in ’s lants histori, Neêrlants heerlijkheit in ’t kleen, Sterke vryburg zonder muren Van den vrijgevochten Staat, Weelde en wellust van uw buren Themis trouste toeverlaat. 's Gravenhaag, nu hef uw kruinen Aan de wolken hemelhoog Uit uw Bosch en dorre duinen, Want uw Vijver, nimmer droog, Daar de Staatszorg zat bekommert, Wort een andre paardebron, En de Vijverberg belommert Van laurier, een Helicon.” x) Degelijk was ook Vollenhove’s kennis op het gebied der vaderlandsche geschiedenis. Treffend komt dit niet alleen uit in vele van zijne gedichten zelve, maar even zeer in de historische aanteekeningen waarvan hij de uitgave daarvan vergezeld deed gaan 2). Ook zijn bundel leerredenen die hij in 1669 in druk gaf 8), biedt daarvan menige proeve. Hoe hartelijk leefde ihij middelerwijl onder al zijn arbeid mede met zijne fam lie in Overijssel en Holland, wier lief en leed hij in treffende Poëzy, blz. 465, de Haes, blz. 137. In dit jaar, 1667, gaf hij ook nog een Klinkdicht op de nasporing van het Recht der opperste macht in Hollant en Westvrieslant door Mr- D. Graswinkel en een Bijschrift bij de Afbeelding van Ds. G. Goethals, te Hoorn. Poëzy, blz. 146 en 513. 2) Poëzy, blz. 265. Lijkdicht op Vrouwe Hendrik Sloot, blz. 579. Bijschrift in een kaarte van d'Overijsselsche Ridderschap. 3) Onder den titel De heerlijkheit der regtvaardigen. t. a. p. Vollenhove zond ze ook aan Brandt ter lezing toe. de Haes, t. a. p. blz. 140.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 54