JOANNES VOLLENHOVE. 45 regelen bezong 1met name met zijn broeder Bernhart, Schout van Kamperveen, wien hij bij zijn huwelijk een bruiloftszang wijdde 2). De bond tusschen Vollenhove en de Haagsche ge meente werd in den loop der jaren steeds hechter. Bange oogenblikken doorleefde zij toen in het midden van 1670 het beroep eerst naar Leiden en daarna naar Amsterdam haar van haren geliefden leeraar dreigde te berooven, en groot was hare vreugde, toen hij na ernstigen strijd op haren hartelijken aandrang vrij moedigheid vond op zijne standplaats werkzaam te blijven 3). In eenheid des geestes waakte hij met zijn ambtsbroeders, door den kerkeraad gesteund, voor het heil der gemeente, met beslistheid optredend tegen alles wat scheuring en tweedracht zou kunnen veroorzaken 4). Op de vergaderingen van classis en provincie werd zijne tegenwoordigheid op den hoogsten prijs gesteld en hem menigmaal de leiding of een werkzaamheid als deputaat of visitator opgedragen 5). x) Poëzy, blz. 270. 2) Poëzy, blz. 425. 3) Kerkeraadsnotulen 6 Juni, 12 en 19 September 1670. In zijne afscheidsrede, bij zijn emeritaat, maakt hij hiervan nog gewag„Uwe liefde heeft mij sterk aan u verbonden en afgeraden, wanneer voor vijf en dertig jaren twee beroepingen mij eischten in twee groote Hollandsche steden, beroepingen, die ten aanzien van eigen huisbelang voordeel op dien tijdt beloofden, mij toen afgeraden en vriendelijk aldus verboden van hier te scheiden”. De heerlijkheit der regtuaardigen II, blz. 298. 4) In de kerkeraadsnotulen van de jaren 1671 1675 wordt ver schillende malen melding gemaakt van „Conventikelen” in Den Haag gehouden, waarover de predikanten hadden te beraadslagen, o. a. 15 Juni 1674 naar aanleiding van het optreden van ,,Ds. Koelman, gesuspendeert predikant van Sluys in Vlaanderen’" binnen deze stad. 5) Act a der Partic. Synoden van Zuid-Holland 1621 1700, door Dr.W. P. C. Knuttel,'s Gravenhage.V,VI. Vollenhove was o. a. voor zitter van de Synode te ’s Gravenhage 11 Juli 1673. Hij opende 9 Juli 1675 de Synode te Leerdam ,,met een hartgrondigh en zielroerend gebedt tot Godt Almagtigh”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 55