JOANNES VOLLENHOVE. 53 ■4 Och, broeders, staakt dit twistgedruis. Bout Salem’s muur en daken: En smoort dien huistwist in Godts huis, Leert hier u zelfs verzaken. Leert nedrigheit van Christus kruis, En vrê met waarheit planten, Dat past Godts vrêgezanten." Diep smartte hem het ontslapen na kortstondige ziekte op 27 April 1675 van zijn ambtsbroeder Simonides, aan wien hij zich door bijzondere vriendschap verbonden gevoelde Hoe verheugd was hij over de komst van Guilielmus Saldenus, in Simonides’plaats 21 Maart 1677 te 's Graven- hage bevestigd, dien hij begroette als een gewenscht medearbeider en man des vredes 2) „Kom, Leraar, ons in ’s hemels raat beschoren, Uw komst verblij’ het hoogste koor der koren, O ambtgenoot, zijt overwellekom, Queek heilig vier in s Heeren heiligdom. „Nu zwijgt de tong, die alle harten boeide, Beheerschte met een vriendelijk gewelt, Van honig droop, van hemelsch manna vloeide Veel zoeter man dan Isrel raapte in 't velt. Wie melt dien gloet, zo hemelsch, met zijn driften, Wie ’s leeraars vlijt, zo onvermoeit als trou, Dien stapel van zielnutte en nette schriften, Bezweet, beploegt in ’s Hoogsten akkerbou Poëzy, blz, 276 v.v. Vgl. ook blz. 510 v.v. Bijschriften bij de uitgave van Simonides' portret. -') Poëzy, blz. 155.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 63