JOANNES VOLLENHOVE.
57
i
van
zegezang wijdde
teeken ter zijner
opgericht 2),
Poëzy, biz. 384
2) Poëzy, biz. 288
de uit-
„Want
v.v. in 1677. Poëzy, biz. 478, de Haes, biz. 182.
v.v. Vollenhove correspondeerde over
gave ervan met Brandt. Zie Brieven, de Haes, bl. 173 v.v.:
d’aanstaande donderdagh, d’ elffte dezer maant Maart 1677 is
tot de lijkstaatsie, zoo ik gisteren hoorde, vastgestelten ik wenschte
de leste proef, of naschin (zoo plaghten zij in Overijssel het woort
revisie uit te drukken) van het werk wel te hebben, 't zij op aan
staanden dingsdagh of woensdagh ten langsteen dan kan het
gedicht 's anderen daaghs vroegh genoegh voor d’ uitvaart gedrukt zijn”.
inkomste van hare Hoogheden den Hete Prins en
Mevroutve de Prinsesse van Oranje 1), toen gansch den
Haag en Holland feestvierden waar „het Engelsch
huwelijk zweefde op Nederlantsche tongen en mond en
hart ontgrendelde van ouden en van jongen.”
Wy offren u een hart van duizent duizent menschen,
Die, Willem Hendrik leef! leef lang Maria wenschen.”
Krachtig was het nationaal gevoel dat hem bezielde
en menigmaal bij gewichtige gebeurtenissen in het va
derland een lied in de pen gaf. Wat deelde hij in het
groot verlies door Nederland geleden in het sterven
Admiraal de Ruyter, wiens nagedachtenis hij een
en eenige grafschriften, op het gedenk-
eer in de Nieuwe kerk te Amsterdam
„Dus eert men Ruiter, d’ eer van Neêrlants oorlogsvloten.
De diensten, die de Staat, met al zyn bontgenooten,
Van ’s Admiraals beleit en moedt, op alle zeen
En kusten, lang genoot, melt hier geen marmersteen
De wyde werelt weet verbaast hier van te spreken,
Zo ver de zeevaart reikt, en zeilt op alle streken.”
Druk was de briefwisseling in die jaren door Vol
lenhove met Brandt te Amsterdam gevoerd. Allerlei
uitgaven op historisch en letterkundig gebied kwamen