JOANNES VOLLENHOVE. 62 de Haes, biz. 211. 2) Deze zoon, Antonins, overleed 24 November 1680 als klerk der Provincie Overijssel en ontvanger van de havenaccijnzen. Hij werd in deze hoedanigheid 9 December 1680 opgevolgd door zijn broeder Arnoldus, die 7 Juni 1721 stierf. Doch ook verder zou de hand des Heeren zwaar op zijn huis rusten. „Een droevig ongeval” schreef hij aan Brandt, „is van d’albeheerschende hant des Heeren mij overkomen, in het oversmartelijk verlies van mijn oudsten zoon, in den opgang zijner jeugd (als een opluikende bloem die voor den middag verdort) op het onverwachtste door de doot mij ontrukt. Daar leggen nu niet alleen veel moeiten en kosten verloren, waarvan ik de vergeldinge en inkomst (als van zaat in geen onvruchtbaren akker geworpen) meer en meer tegemoet zag, maar ook al die groote hope van mijn huis helaas verdwenen. D’ Almagtige heeft met zijne geleende giften te doen wat hem behaagt, en wij onzen wil onder zijnen heiligen wil geduldig te buigen 1” 2) Behalve het Uw roê geeft liefdeslag op slag, O tuchtroe, ruim zoo zoet als balsem ’k Bedanke uw milde en slaande hant ’k Voldanke u nooit, barmhartig vader, Voor dat, voor dit genadepunt. Quam nu mijn wil uw wil dus nader 1 Och trek mijn al te stegen zin, Och ruk maar met een tou van liefde Mijn hoogheit voort. Och scherp mij in Wat pijn aan ’t kruishout Jezus griefde. Deez’ ziekte, een nutte kruisschool, leer Met mijn bederf, elende en snootheit, Mijn hart beseffen, meer en meer Uw goetheit eindeloos in grootheit

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 72