JOANNES VOLLENHOVE.
67
beste Pennen
Alleen een Boomken by, daer Roosen en daer Blaeren,
Geen doornen aen en waeren.
Dat wondre Plantjen is, door sijner Roosen kracht,
Gevallen in sijn maght.
Looft, Dichters, zijn geluck, wist gh’ oyt uw
Aan hofdicht te gewennen.
Of, wilt ghy wijzer zijn, wacht dat hy 't selve doet
Wy sullen 't noyt soo soet,
Soo Rooseboomigh, noch soo Vollenhoovigh krijgen.
Ten minste moet lek swijgen.”
Gelijk met zijn „Gezyne” is Vollenhove ook met zijn
„Katryne” hoogst gelukkig geweest. Hoe blijde be
groette hij haar met zijn lied op haren eersten ver
jaardag in zijn huiselijken kring x) ,,na zyn echtverlies
en druk”:
,,Dit 's de roos, vorstin der bloemen,
Dit ’s de schoonste Rozeboom,
Van myn hof, niet vol te noemen
Zonder haar, zo wellekoom
Rozeboom, die met geen doren
lemants handen quetst of hart,
Maar door 's hemels gunst verkoren
Tot genezing van veel smart”,
terwijl menig gedicht aan hare familieleden gewijd 2), ons
doet zien dat zijn tweede huwelijk hem steeds een oor
zaak van vreugde geweest is. Met trouwe liefde was
zijne echtgenoote hem tot steun, ook bij de zorgen die
Poëzy, blz. 542 v.v.
2) Poëzy, blz. 562 aan zijne schoonzuster Maria; blz. 771 en 778
aan zijne schoonzuster Alida Roseboom, blz. 773 aan de weduwe
van Ds. Goethals.
3) Poëzy, blz. 460 v.v.