JOANNES VOLLENHOVE.
68
- I
„Onze arbeit werkt in groter steden
Van Christus rijk niet half zo veel
Ons hoop bereikt geen tiende deel’’,
klaagt hij in een bruiloftszang aan Ds. Henricus Pontanus bij zijn
huwelijk met Vollenhove’s nicht Helena Gezine Wolfsen. Pontanus
was predikant te Lingen. Poëzy, blz. 461.
2) In zijne Poëzy, komt eene rubriek voor, blz. 594 - blz. 717, onder
't opschrift „Heidensche dapperheid'waarin niet minder dan 283
vertaalde fragmenten zijn opgenomen, vertolkingen van Homerus,
Euripides, Sophocles, Ovidius, Horatius e. a. en ook van lateren als
Scaliger, Owen, Grotius en dergelijken. Uit het jaartal dat ze meestal
dragen, 1685, zien wij dat Vollenhove ook op gevorderden leeftijd de
studie der Oudheid nog niet had laten varen.
3) Brandt stierf 12 October 1685. Poëzij, blz. 784 v.v. Lijkzang
over den heer Geeraart Brandt. In de uitgegeven correspondentie is
de laatste brief van Vollenhove aan Brandt Juli 1684 gedateerd,
de Haes, blz. 234.
4) In quarto uitgave, 792 bladzijden groot, te Amsterdam bij
„Hendrik Boom en de Weduwe van Dirk Boom, Boekverkoopers, 1686”.
de opvoeding van zijne kinderen met zich bracht en de
zwarigheden aan zijne ambtsbediening te ’s Gravenhage
verbonden, waardoor hij zich soms wel eens gedrukt
gevoelde
Zijn letterkundige arbeid was in die jaren vooral
aan vertalingen van verzen uit de klassieke oudheid
gewijd, en overal zien wij ook hierin de bewijzen van
zijne buitengewone bekwaamheid op dit gebied 2).
Was door het overlijden van zijn vriend Brandt de
drukke briefwisseling met Amsterdam gestaakt 3), hij
achtte nu den tijd gekomen al hetgeen van zijne hand
op dichtkundig gebied in druk gegeven was, in éénen
bundel onder den titel Vollenhove s Poëzy opnieuw te
doen verschijnen 4). Had hij eerst alleen de Kruis-
triomf en de stichtelijke poezie in herdruk willen geven,
„het verzoek der boekverkopers’’ had hem doen be
sluiten zijn plan te wijzigen en ook zijn vele gelegen
heidsgedichten aan dit werk toe te voegen, dat nu