JOANNES VOLLENHOVE.
80
paleis Withal met lust van gezien, ter ewige gedachte-
nisse in tapyt geweven), maar door allerhande rampen
met een bestreden, en door felle stormen als door Gods
adem, langs alle zeekusten versmeten en wechgeblazen
Wie bewaarde deze landen in 1629, 1672, 1688? Den
doorluchtigen Prinsen van Oranje komt veel ere toe,
maar wil men de hoogste ere geven dien ze bovenal
toekomt, God, Godt is onze koning moet de kerk
wederom zeggen, van outs af, die verlossingen werkt
in 't midden der aarde.” 't Moet alles de gemeente op
wekken juist in de benarde oogenblikken des tegenwoor-
digen tijds hare verwachting alleen op den Heere te
stellen, en de vreeze Zijns Naams boven alles te zoeken.
Geen uitwendige godsdienst is hiertoe genoeg. „Zal
de blote naam genoeg zijn? zal uitwendige kerkgenoot
schap genoeg zijn? zal belydenis van waren Godtsdienst
genoeg zyn, besprenginge met heilig doopwater, genot
van Gods woord en genadetekenen, komste in Godts
huis en aan zyne tafel? Dit heet Godts Israël, waar
over hy vrede en barmhartigheit uitbreit: een nieuw
schijnsel daarby eischende, dat naar zynen regel op-
rechtelyk wandelt.” Tot krachtig gebed wekt hij zijn
toehoorders op: „Chrysostomus mocht wel zeggen dat
er niets machtiger is dan een biddend mensch, en
Luther ergens spreken van een zekere almagt der ge
beden. De verdrukte en benauwde kerk anders geen
wapenen van outs als gebeden en tranen gebruikende,
heeft veel stormen dus afgeslagen en over ’t vervaar
lijkste gewelt van ontelbare vyanden getriomfeert. Wat
geweer is bequamer, is nutter, is edeler, is krachtiger
tot allerlei bystant in noot? Dit kan de poorten der
helle meester wordenen de deuren des hemels sprin
gen hiervan open. Waar Gods heiligen op de knien
dus quamen vechten, daar plag d' Almagtige, als eerst