EEN 18E EEUWSCHE KRONIEK
82
576. De oude heer van Poelgeest stierf insolvent.
De sequester des boedels verkoopt o.m. ook de ambachts
heerlijkheid Koudekerke en het huis Poelgeest (let wel:
niet het Poelgeest bij Leiden onder Warmond gelegen
en ook niet het klein Poelgeest van Aleida van Poel
geest, onder Koudekerke, maar Poelgeest aldaar). Heer
lijkheid en huis waren beide leenen van Holland en
nu beweerde de zoon van den ouden heer, dat aan
gezien dit kwade leenen waren, niet speciaal voor schuld
verbonden, ze hem als leenvolger moesten volgen en
dat de schuldeischers er de handen af moesten houden.
Deze rechtsquaestie hier verder terzijde latende, vermeld
ik dat de jonge heer tijdens het geding hierover tusschen
hem en den kooper stierf en dat toen op verzoek van
den kooper de Staten van Holland in 1714, gehoord
het advies van den H. R., deze ambachtsheerlijkheid
verklaarden tot een goed leen, voor welke beschikking
die kooper een zeker bedrag betaalde. Het huis was ten
onrechte door den zoon als kwaad leen beschouwd
't was een goed leen.
was getrouwd met Johanna van Rieh. Blijkens zijn dissertatie
heette zijn vader Arnoldus van ’s Gravensande (nietStorm
van 's Gravensande). Volgens het protocol van den Leidschen
notaris Cornells van Berendrecht, no. 108, werd voor dezen
notaris op 6 Augustus 1668 een acte gepasseerd, waarbij Carel
van Wijngaarden, heer van Benthuizen, Wijngaarden, Soeter-
meer, Segwaart, aan dezen Arnoldus 's Gravensande, voor hem
en zijn erven gaf het schout- en secretaris-ambt van Segwaart,
tegen betaling eener jaarl. recognitie en recht om anderen in
zijn (hun) plaats aan te stellen. Den 22stcn Juli 1669 werd tusschen
dezelfde partijen soortgelijke acte opgemaakt voor Soetermeer,
waarbij ten aanzien van de andere acte (van Segwaart) een
kleine toevoeging werd gemaakt. Op deze acten beriep zich dus
Jan Storm van ’s Gravensande als erfgenaam zijns vaders, Arnoldus
van ’s Gravensande. Sinds 1674 was niet meer Wijngaarden,
maar Johan van Motsveld heer van Segwaart.