88 EEN 18E EEUWSCHE KRONIEK bedoeld? Met algemeene stemmen wees de H. R. den broer aan. 717. Sempronia had fideicommissaire goederen onder zich, die later zouden komen op personen, die als zij geen testament maakte tevens erfgenamen naar de wet van haar niet met fideicommis bezwaarde goederen zouden zijn. Deze erfgenamen konden den dood van Sempronia blijkbaar niet afwachten. Om te zorgen dat deze erfenis haar niet kon ontslippen, wendden zij zich tot de schepenbank van Haarlem, om haar persoon en goederen onder curateele gesteld te zien. Schepenen vonden goed dat de met fideicommis bezwaarde goederen onder bewind kwamen, mits aan Sempronia jaarlijks rek. en verantw. werd gedaan, en weigerden de cura teele over haar persoon en vrije goederen. Niet tevreden gingen de familieleden bij ’t Hof in beroep, ’t Hof, na Sempronia gehoord te hebben, verleent: nihil. Na be roep op den H. R., wordt ook Sempronia gehoord, en hier toonde zij in die mate haar ongekrenkte geest vermogens, dat het den H. R. duidelijk was dat die familie-leden deze arme vrouw nog bij haar leven wilden plukken, waarop de H. R. 14 Maart 1711 veront waardigd de vordering ontzegde en die familie-leden in alle kosten veroordeelde. (De dramatis personae waren niet op te sporen.) DEEL IV. (Dit deel omvat de n°s. 7681041). 769. Nadat die zaak over den korenmaat in den Haag (zie n°. 524) was beëindigd, is achter de advysen aangeteekent „dat die decisie in geen consequentie sou getrokken worden met relatie tot de Hoven van Justitie

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 106