96 EEN 18E EEUWSCHE KRONIEK 1010. Iemand, die op de Poort (sc. Voorpoort of Gevangenpoort) in de gijzelkamer zat, had een ander, die daar op last van den H. R. was ingesloten, hevig verwond tegen middernacht, terwijl het slachtoffer in zijn bed sliep. Er bleek dat de gevangene van den H. R. niets in deze zaak had misdreven. De H. R. 1006 en 1009. Dergelijke quaesties als onder de nos. 771 en 999. In 1006 betrof het een vordering van den hofapotheker van Willem III, die hem gevolgd was in 1688 naar Engeland. Ook hier werd de erfgenaam des Konings veroordeeld (19 October 1713). Bij 1009 was het een „oppersadelaar’’, die nevens achterstallig loon ook nog vergoeding voor den rouw vorderde. Hij kreeg bij den H. R. op de hoofdquaestie gelijk, doch wat het geld voor den rouw betreft ongelijk. (De apo theker was Abr. Rottermont, med. dr. De tegenpartij „Raden van Sijn Majesteijt van Groot Britt, gl.m.” Den lsten November werd een dergelijke zaak beslist, met als eischeresMaria Stephani, weduwe van Laurens Schagt, „edelman van de rijtuijgen en contrerolleur van de stallen van wijlen Sijne Majesteijt van Groot Brittannien, glo. memorie.” Misschien is dit de door B. bedoelde zaak.) diender te ontslaan uit de hechtenis, en verzoeken voorts een z.g. mandement poenaal (verbod) tegen verdere maatregelen van de zijde van Zijp. Zij krijgen dit ge wonnen, achtereenvolgens op 27 Juli 1713 bij Commis sarissen van ’t Hof, op 14 September 1713 bij ’t volle college van 't Hof, op 6 October 1713 bij Commissarissen van den H. R. en op 17 October 1713 bij 't volle college van den H. R. (Hier was overschreden 't placcaat van 15 September 1677, G. P. III, 1385. Heer van Petten was Gerard van Egmond van der Nijenburg).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 114