H. M. KONINGIN WILHELMINA 2 zooals de grondwet het wil weer in het midden hater Hagenaars verscheen. We denken eraan hoe hier ter stede de vorstin is gehuwd, hoe ze hier als bruid is opgegaan naar de oude St. Jacobskerk, reeds zoo rijk aan herinneringen. Hoe goed weten we nog dat hier reden tot haast uitzinnigen jubel en vreugde Prinses Juliana is geboren en gedoopt. En wij zijn het geweest, die de Koningin het eerst als moeder mochten aan schouwen, wij zijn het geweest, die het naast konden meeleven met onze Koningin in vreugde en leed. Ja, ook in leed. In de angstige en moeilijke jaren van oorlogsgevaar en mobilisatie heeft den Haag zijn Koningin misschien nog meer leeren hoogschatten dan in de rustiger tijden van feesten en gejuich, want de meesten onzer hebben het gevoeld, in de oogenblikken toen Nederland verkeerde in gevaar, hoezeer de draag ster der Kroon het middelpunt w’as voor ons allen, het symbool van onze onafhankelijkheid. We hebben ons rond haar geschaard en we hebben gezien en be grepen hoezeer zij samenleefde met haar volk en er met volle toewijding voor waakte en zorgde. En het heeft ons niet verbaasd dat een, die haar van nabij heeft kunnen gadeslaan, over haar heeft geschreven als „een ware Moeder des Vaderlands”. Dit besef is tot uiting gekomen bij die merkwaardige en duidelijk sprekendé gebeurtenis, waarvan het Haag- sche Malieveld getuige is geweest. Tenslotte, in de na-oorlogsche jaren is deze waar- deering misschien zelfs nog gestegen. Onze Koningin, zij waarlijk voelend den polsslag van den nieuwen tijd, heeft het voorbeeld gegeven van eenvoud en soberheid. Hoe zeldzaam verstandig is het niet van haar, dat zij heeft begrepen, dat in dezen tijd het Hof niet meer als weleer moest trachten door uiterlijk vertoon de aandacht

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 11