Rodenrise e.m.a. lagen, terwijl aan de overzijde van de
Lier het tweede dekenaat Rijnland zich uitstrekte, dat
de parochies Delft, Pijnacker, 't Wout, Lier en Schip-
luyden omvatte. J)
Dezelfde begrenzing alweer moest een duidelijke schei
ding vormen waar het betrof de rechtsopvattingen van
het volk, voornamelijk inzake het erfrecht. Waar toch
ten noorden van de scheidingslijn het Oudfriesche „aas-
domsrecht” tot het einde der middeleeuwen en nog
lang nadien zich had kunnen handhaven, daar vond
men meer naar het zuiden het jongere, z.g.n. „schepen-
domsrecht”, dat meer eigenaardig het Zuidhollandsch
recht werd genoemd en dat zelfs in staat bleek hier
en daar, zij het dan ook weinig, bijv, in het West
land en Den Haag die grens te overschrijden. 2)
Het geheele gebied van Holland wordt in het midden
van de 13de eeuw beheerd door één baljuw, die dan
voor het zuidelijk gedeelte een sub-baljuw voor Zuid-
Holland onder zich heeft. Weldra echter, vóór 1300
reeds, blijkt het vastland van onze tegenwoordige pro
vincie het land boven den Maasmond verdeeld
te zijn in een baljuwschap Rijnland en een van Delf
land, terwijl verder zuidwaarts, over de Maas, zich het
baljuwschap van Zuid-Holland uitstrekt.
Bij het vaststellen van de begrenzing dezer rechts
gebieden was het m.i. natuurlijk, dat men rekening
hield met de rechtsopvattingen van het volk, zoodat
eenzelfde rechtsbedeeling voor Rijnland overeenstemde
DEN HAAG IN NOORD-HOLLAND
109
Fruin. De opkomst van het hoogheemraadschap van Rijnland,
Verspr. Geschr. VI, 200. In 1395, als de Lier als grens door in
poldering is vervallen, is de IJsel hier de grens van de beide deke
naten. (S. Muller Hzn., Bronnen Kerkelijke Rechtspr. II177 e.v.)
2) S. J. Fockema Andreae, Oud Nederl. Burgert recht II294.
Oudenhoven, Oude Hollandsche landen -92 tot 101.