DEN HAAG IN NOORD-HOLLAND?
117
de
Velius, Kroniek
2) Ibid. -214, 231.
8) Res. St. v.
van Hoorn, uitg. 1648, -209. 211.
Holl. 13 September 1574.
Was reeds te voren in dit meer afgelegen deel een
zekere aaneensluiting der steden ontstaan in den strijd
tegen de aanhoudende kaperij, die gedurende de voor
afgaande oorlogen den handel had geteisterd, en
saamhoorigheid bevorderd door het gemeenschappelijk
pogen tot opheffing van de beletselen, die meer en
meer aan de koopvaardij naar de Oostzee in den weg
werden gelegd, thans was het noodig er geheel zelf
standig de bevrijdingsactie te voeren. Een eigen krijgs
macht en een eigen militair bewind was er ontstaan
en mede waren, ook als gevolg van de geografische
afzondering, ten aanzien van de regeering des lands
en het bijeenbrengen en het beheer der penningen
maatregelen getroffen. Reeds den 7™ April 1573 en
in het begin van Mei waren de Noordhollandsche
steden in afzonderlijke dagvaart bijeengekomen, teneinde
te beraadslagen over het voortzetten van den oorlog
te water en den 23en Juni namen zij zelfs op advies
van den Prins het besluit, dat ieder der steden een
lid van de vroedschap naar Haarlem zou afvaardigen,
teneinde in permanente vergadering bijeen te zijn, wat
de aanleiding was tot het ontstaan van de „Gecom
mitteerde Raden van Noord-Holland” 2). Dat daarnaast
een eigen domeinkantoor en zelfs een afzonderlijke
auditiekamer voor het hooren van 's lands rekeningen
voor dit deel van Holland ontstond, was mede een
eisch van het oogenblik s).
De overige steden van Holland, de kern des lands,
zagen zich natuurlijk genoodzaakt niet alleen deze
regeling te dulden, maar zelfs als een noodzakelijkheid