H. vaardigen Zeeland gedepu- de Staten, dat ze niet zullen voor de soldaten in andere 17 Maart 1576. „De steeden van Zuid-Holland” komen op dit besluit terug, omdat die van Noord- Holland en Zeeland bezwaren hebben tegen de voor gestelde regeling. 19, 22, 23 Maart 1576. Men spreekt afwisselend van de afgevaardigden van Noord-Holland en van het Noorderkwartier, waarmee dezelfde personen worden aangeduid. 18 April 1576. Een commissie is gevormd tot het treffen van eene voorloopige regeling der financiën 1 lid uit de vergadering der compareerende steden, 1 uit Noord-Holland en 1 uit Zeeland. 27 April 1576. Eenige personen „uyt desen quartiere van Hollandt” worden benoemd „om te trekken binnen den Noorderquartiere” van Holland. 1 April 1577. Een commissie wordt samengesteld uit afgevaardigden van de edelen, van de steden Haarlem en Delft en van de steden in Noord-Holland. 7 Mei 1577. De Staten van Holland en zoeken aanraking met de „commissarissen en teerden binnen den quartiere van Noord-Holland”. 13 Maart 1579. De Steden in het „Noorderquartier van Holland” schrijven aan bijdragen in de kosten provinciën. 8 April 1579. De St. v. H. vaardigen een paar reken meesters af naar het „Noorderquartier van Hollandt”, teneinde met „de gedeputeerden ter audiëntie (sic) van de rekeninge in dat quartier” samen de rekening van den ontvanger-generaal na te zien. Dat de steden van het Noorderkwartier, voor wier zelf standigheid uit krijgskundig en economisch oogpunt inder daad veel te zeggen viel, met voorliefde aan de door de feiten gewettigde afscheiding vasthielden, ligt voor DEN HAAG IN NOORD-HOLLAND? 119

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 138