IN MEMORIAM L. J. J. HAGERAATS 5 uiting gegeven aan zijn uitgebreide kennis der geschie denis onzer stad. Wie zijn lezingen heeft bijgewoond, zal zich nog wel herinneren, hoe hij zijn toehoorders wist mede te slepen door zijn enthusiaste wijze van spreken over ons Vorstenhuis, waarvan de geschiedenis zoo nauw verbonden is met die van deze Gemeente, want Hageraats was niet alleen volbloed Hagenaar maar ook Oranjeklant in merg en been. Geen lezing of geschrift van zijn hand, of het deed hiervan blijken. Hij was een uitmuntend kanselredenaar, welke gave hij ook menigmaal gebruikte buiten zijn geestelijk ambt en die hem dan ook in niet-katholieke kringen een groote be kendheid deelachtig deed worden. Doch Hageraats ge noot bij zijn veelvuldig omgaan met niet-katholieken niet alleen aller achting, maar hij verwierf onder dezen vele vrienden. Was de 28e Februari niet steeds een dag dat hij allen om zich vereenigd zag? Hoe hechtte hij aan zijn geboortedag; hoe dankbaar was hij allen, die hem dien dag geluk kwamen wenschen en hoe stelde hij dien gang naar zijn achterbuurt, zooals hij de Warmoezierstraat noemde, op prijs! Wat een verzameling van oud en jong, van voornaamheid en eenvoud, van katholiek en niet-katholiek, was daar in zijn streng eenvoudig ge meubileerde zitkamer vereenigd. Minister en gewoon soldaat, Protestantsche en Katholieke geestelijke, Jood en Christen waren dan in gezelligen kout vereenigd. Ook dames ontbraken niet op die receptiedagen, daarbij den rook trotseerende en zich verdienstelijk makende met het namens-den jubilaris aanbieden van geurende thee en andere versnaperingen. En zij of hij die daar éénmaal op dien dag geweest was, kwam daar een volgend jaar zeker terug en durfde dien dag niet ver zuimen, omdat men Hageraats geen leed wilde doen, daarvoor hadden allen hem te lief. En thans voor de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 15