179
dezen stijl, waaronder de hooge steunbeeren
van den zijdelingschen druk der ton-
„DIE HAGHE" OVER 1921
merken van
ter neutraliseering
gewelven.
Na een langdurige zomerpauze riep het bestuur de
leden op tot een bijeenkomst op Donderdag 1 December.
Deze oproep had veel van dien eens roepende in de
woestijn. De opkomst was bedroevend. De oorzaak zal
meer gelegen hebben in de strenge koude, welke er
heerschte, dan in het ijsfeest, dat denzelfden avond op
de banen der Haagsche Ijsclub werd gehouden. De
heer C. G. Kaakebeen, die een voordracht hield over:
Iets over de beteekenis van de parodie in de letter
kunde, had meer belangstelling verdiend. De spreker
gaf een uiteenzetting van de verschillende vormen,
waarin de parodie kan voorkomen, als parodie in het
algemeen, als kritiek, als politiek strijdmiddel, als uiting
van vaderlandsliefde enz., en lichtte dit toe met talrijke,
dikwijls vermakelijke voorbeelden. Ook wees spreker
op het onderscheid tusschen parodie en travestie, welke
dikwijls verward worden.
In het herziene reglement is onder meer een nieuwe
bepaling opgenomen dat er, in plaats van één algemeene
vergadering, twee vergaderingen zullen gehouden worden,
één in het voorjaar en één in het najaar. De eerste
najaarsvergadering vond plaats na afloop der lezing. De
te behandelen punten bestonden uit de vaststelling der
begrooting voor 1922 en de mededeeling der plannen
voor het komende vereenigingsjaar. Een en ander kon
de instemming der vergadering verwerven.
In het najaar is de residentie in rep en roer gebracht
door de door het Gemeentebestuur vastgestelde veror
dening op de monumenten. Als uitvloeisel dezer veror
dening is een commissie benoemd, welke een lijst van
huizen met historische of architectonische waarde heeft