de als voorzittend kerkvoogd en als voorzitter der
Restauratie-Commissie direct bij alles betrokkene, de
doorslaggever, met voldoende technische kennis ook,
om de beteekenis van elke vondst, om de waarde van
elke opmerking, van elk betoog, te kunnen beoordeelen,
en tevens leuk en beslist genoeg, om ons de geschiedenis
dier restauratie op 't pittigst te kunnen geven.
Heeft zijn groote bescheidenheid, hij kon zoo eigen
aardig, zoo veelzeggend soms zwijgen, hem daarvan
teruggehouden, of heeft de dood, die hem blijkbaar
overviel, hem daarin verhinderd? Hoe ’t zij, hem komt
ten vollen toe, een in memoriam in deze bijdrage, een
in memoriam in deze kerk tevens.
Ook Dr. P. J. H. Cuijpers, die als bouwmeester van meet
af deze restauratie geleid heeft, is overleden, daarvan even
min een overzicht nalatende. Hij, met zijn buitengewone
kennis van en met zijn zeldzame ervaring in onzen vroe-
geren kerken-bouw, had zoodanig overzicht kunnen geven
in dubbelen zin zelfs, in historischen en in monumentalen
zin, doch slechts hoogst zelden greep hij naar de pen, en
nu is die schat van kennis, van rijke ervaring en van
verkregen diepte van inzicht, met hem ten grave gedaald.
Ook Jhr. Mr. Victor de Stuers, reeds in 1906 met
Dr. Cuijpers door de Regeering als haar adviseur aan
gewezen, toen er sprake was van eene ontmanteling
der kerk en van eene begrooting der daarbij noodige
restauratie-werken, ook deze, steeds vol belangstelling
voor onze monumenten, hun behoud en herstel, zou
tintelend van temperament, ons zekerlijk, ware hij niet
overleden, die restauratie in haren vollen omvang en
verloop, op het scherpst, niets en niemand sparend,
hebben gegeven, van haren aanvang af reeds verstoord,
omdat, trots zijn protest, de kosters-woning met kantoor
bezuid-westen die kerk is aangebouwd.
BIJDR. TOT DE GESCH. DER GR. OF ST. JACOBS-KERK 19