GROOTE OF ST. JACOBS-KERK 21 <r ware de die van de stichting van het Grafelijk Kasteel alhier. Die drie, dat kasteel, dat dorp, die kerk, zij hadden elkaar noodig destijds, zij vulden elkaar toen aan, zij vormden in de eerste eeuwen van hun zijn als het feitelijk één eigenaardig geheel. Van daar dat men geschiedenis van één dezer niet naar eisch kan behan delen, zonder daarbij die van de beide anderen kortelijk mede even te overzien. De kasteel-bouw ging vóór, had menschen noodig die menschen kwamen met hunne behoeftenwoon behoeften, eet-behoeften, kerk-behoeften, er vormt zich eene buurt, die buurt vraagt en krijgt eene bid-kapel; die buurt groeit aan tot een dorp, die kapel tot eene kerk. Ziedaar in het kort het onderling verband, ziedaar op ’t kortst het geheele ontwikkelings-proces, zooals zulks destijds, wij zijn in het midden der XIIK eeuw, en mede vóór en nadien, bij herhaling ook elders plaats had. De kasteel-bouw gaat vóór, en heeft plaats in deze duin- en bosch-streek, grootendeels nog een wildernis, waardoor zoo iets als een voetpad was te onderscheiden, vanaf de visschers-buurt Scevelinghe naar de stad Delft, zich kruisend met een waghen-wech, gaande van uit 's Graven woninghe in de toenmalige havenstad 's Graven- sande naar de stad Leiden. Juist aan het kruispunt dier beide wegen grensde reeds tijdens Floris III (1157.1190) een omhaagd wildpark en stond een eenvoudig grafelijk jagtverblijf„ten Haghe”. Bewesten dat jagthuis nu, begon Willem II, Graaf van Holland, na te Aken tot Roomsch-Koning te zijn gekroond, ten jare 1250 met den bouw van een Koninklijk Pallaes, ten einde aldaar, zoodra hij tot keizer van Duitschland zou zijn gezalfd en gekroond door den Paus, zijn rijks-vorsten en rijks-grooten ten Rijksdag te kunnen ontvangen en deels te kunnen herbergen ook.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 34