BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS DER 22 r t' Een terrein, groot ruim 48 hectaren werd nu tot kasteel-grond uitgezet en afgepaald en daarvan een ge deelte van 5 hectaren afgescheiden, omgracht en bepoort en bestemd voor den eigenlijken kasteel-bouw, met een vóór-hof en met eene vóór-plaats. En ten einde te voorkomen, dat in de omgeving van het paleis op het willekeurigst allerlei huisjes of hutten zouden worden gezet, werd direct bewesten het vóór-hof, langs de beide bestaande wegen, langs dat voetpad, van het noorden komend en zuidwaarts gaande en langs die wagen-weg, van het westen komend en oostwaarts gaande, een kerk- tevens markt-plein, af gepaald ter grootte van 2 hectaren, en rond dat plein en aan die beide wegen, nu erven ter woonbouw ter beschikking gesteld, ’t zij tijdelijk, ’t zij tegen een kleine cijns, ’t zij in vrijen eigendom afgestaan voor bewezen of nog te bewijzen diensten. Op dat kerk-plein werd nu ten behoeve der bij- en der omwonenden tijdens het leven nog van Graaf Willem II, gesneuveld in 1256, gebouwd en gewijd eene houten bid-kapel, met kerkhof. Ziedaar het begin van het dorp ’s Gravenhage en van zijn St. Jacobs-kerk. Doch 's Graven ontijdige dood bracht stilstand in den kasteel-bouw, stilstand in de ontwikkeling dier woon buurt; eerst nadat zijn zoon Floris V in 1272 meerder jarig verklaard, het bestuur had aanvaard en den kasteel- bouw had hervat, kwam er weder nieuw leven in, en zulks vooral nadat het kasteel was voltooid 1278—80), werd betrokken, en het Grafelijk Hof er bij voorkeur verblijf hield. Reeds „bi ’t ’s graven Florens tiden en bi sinen toe- doene ende des abts van Middelborch” was die bid-kapel tot eene zelfstandige, tot eene parochie-kerk „die Haghe-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 35