26 BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS DER men in 1421 dat boven- 13 groote op voor 't heffen (doopen) van van het gebruik dier lucht-bogen kwam men toen reeds terug. Die overwelving bleef echter achterwege, en de muur-colonnetten, waarop de gewelf-graten, even boven het triforium, zouden zijn aangelegd, werden nu hooger opgetrokken en benut tot steun voor de muur-stijlen met hun karbeels, de in het gezicht blijvende zware eiken kap-balken dragend. In den hoogen westgevel, dat op gaand binnen-koor boven het dak van het dwarsschip sluitend, plaatste men twee groote spitsboog-vensters, die later dichtgemetseld bij de restauratie zijn terug gevonden, en dienden tot meerdere verlichting nog van koorgedeelte, ofschoon dit reeds een krans van vensters had. Tot optrekking en voltooiing van het dwarsschip is het niet gekomen; of op zijn vierling-pijlers, behalve de triomf-boog, ook nog de drie andere, daaraan gelijk vormige groote spitsbogen, tot steun en tot sluiting van het midden- of kruisvak, zijn aangelegd, betwijfel ik; uit gebrek aan fondsen schijnt men toen van den verderen afbouw der kerk te hebben afgezien. Blijkens de Grafelijke rekeningen was bezig met den bouw van den west-toren 1), voordien was er geen en hingen de lui-klokken, waarschijnlijk in een bezijden de kerk vrijstaand klokke-huis, als dat te Enkhuizen, Leiden of Sneek, of als voorheen in Haarlem, Hoorn, enz. In de as der kerk, op 7.50 M. afstands van In de Grafelijke rekening van Anno 1403 is reeds sprake van het luyden der clocke. In die van Anno 1420, op 7 December: „mine here ende mine vrouwe te offerghelde voor ’t heffen (doopen) van de nye clocke, 4 Arnh. gl.” In 1421 staat de Hertog uit de bede groot 450 cronen, door den Hage en Haag-Ambacht jairlix te geven af: „50 cronen ter hulpe haren toren te tymmeren”. Anno 1423 was die toren nog in opbouw.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 39