BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS DER
34
aen
er 15
westwaarts de overwelfde graf-kapel „B”, van de familie
Boot en „A”, die van de familie van de Werve, terwijl
de zeszijdige kapel „M”, bewesten tegen den zeszijdigen
toren, tot doop-kapel diende.
Behalve de 8 altaren in die kapellen, staan
tegen de kolommen en in de zijbeukenbinnen het
hooge choor 2 gestoelten elk met 6 zitplaatsen voor
de canunniken der Hof-kapel; en terzelfde plaatse als
nu bevindt zich de preekstoel.
Lang is de kerk echter niet in het rustige bezit van
hare altaren, beelden en van haren na den brand van
1539 vernieuwden inventaris gebleven, want in het laatst
van Augustus 1566 is zij, wel niet met goedvinden of ver
gunning van het Hof van Holland, maar zonder voldoend
verzet van die zijde, bevreesd voor erger als men was,
gedurende 2 of 3 dagen deerlijk gehavend. En, nauwelijks
was de schade daar.door aangericht tegen het midden
van 1567 eenigszins hersteld 1), of, na het ontzet van
In de rekeningen van de ontvangsten en uitgaven voor de kerk
in het jaar 1567, komen onder de rubriek: „Alderhande vuytgheven”
voor de volgende posten:
„van de poeyen van 't heijlige Sacramenthuijs dat bij de kereke-
breeckers omgeworpen en vernielt was"
„vant houdtwerek en ijzerwerek van de affgebroecken aultaren,
baneken, stoelen en anders, vuyt dat heyligh graff te ontruijmen”
„gerepareert die banek dair maritghen voir thèijlich sacrament inne
zit; dat houdt met oultaer int heijlich graff gemaeckt, en een arm
dair die schael dair die kinder inne gewoegen werden van nieufs
gemaeckt te hebben, alsoe die geheel gebroecken was, en die engelen
opte traliën van 't choir wederomme opgezet te hebben”
„betaelt Claes pietersz. goudtsmit van de silvere monstrantje te
soulderen en te repareren tgene daeraen gebroecken was"
„voir 't maecken van de blaesbalgen vant groote orgel"
„betaelt Augustijn van den tabernakel die int kereksmijten