verwaarloosd, en daarna, met of zonder goedvinden
der bezitters benut of verbouwd tot of verhuurd als
woonhuisjes, alléén de kapel van Assendelft is bij akte
van 30 Juli 1751 door de eigenaars ten gebruike als
consistoriekamer overgedragen, zich echter het recht
van begraving in den grafkelder er onder, voor altijd
voorbehoudend 1).
De vele tafreelen of borden der ambachts-gilden, deels
vóórdien reeds aanwezig, meerendeels echter eerst ge
plaatst na de verdwijning der gilde-altaren, kregen nu
andere opschriften en vele dezer in 1705 en 1706 be-
drijfs-verzen, gedicht door Ds. J. Vollenhove. Alleen de
mooi gesneden preekstoel van 1550 met zijn klankbord
en zijn pracht Mozes, op de steenen wetstafelen steunend,
mocht nog dienst blijven doen in de kerk, evenals zijn
evenbeeld en tijdgenoot in de Ooster-kerk te Enkhuizen.
Het kleine rijzige koor-torentje, dat zijn mis- of angelus-
klokje missend, feitelijk doelloos was geworden, bleef
gelukkig in eere, en is kennelijk nadien geheel vernieuwd
en van karakter veranderd.
En buiten, rontsomme de kerk, wat gebeurde daar?
Wel, de vroegere rust van het kerkhof verdween;
die gewijde plaats werd allengs ontwijd, zij werd steeds
meer, vooral aan de zuid-zijde, benut bij wijze van
markt-plaatsde grafteekenen en eindelijk ook de graven
verdwenen, en, terwille van het verkeer veranderde het
kerkhof nu in een ombouwd open plein, (zie de afb.
van Ao. 1616) dat steeds in afmeting afnam en van
GROOTE OF ST. JACOBS-KERK
37
muur
Tijdens de afbraak der huisjes staande ter plaatse der in 1910
gebouwde nieuwe kosterij, vroeg de eigenaar van een onder die
huisjes gelegen grafkelder toegang tot dezen kelder, wier juiste ligging
echter niemand wist, tot men, bij toeval, in den aansluitenden kerk-
een dichtgemetselde deur met trap, en deze afgaande, den
kelder vond.