38 BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS DER vorm veranderde, zoodat er nu weinig meer dan een ver hoogd voetpad met een 8-tal boomen van is overgebleven. Zooals gezegd, vormden aanvankelijk kerk- en markt plein één geheel, omslotenzuidwaarts, door woon-erven ter plaatse der nog bestaande huizen-reinoordwaarts, door huis- of hof-steden, in richting aansluitende aan die langs de noordzijde der Annastraat; westwaarts echter ingekort om te dienen tot tuin voor het St. Aagte- klooster, een tuin na 1574 met huizen bezet en oost waarts begrensd door de hofsteden langs de oostzijde der Hoogstraat. Ofschoon er, in de weinige overgeblevene stukken, eerst in 1402 sprake is van een dorps-huis, en in een van 1460 eerst van een stede-huis 1), waren er toch in 1311 reeds „Scepenen in den Haghe”, en dagteekent vermoedelijk dus van vóór dien tijd het oudste dorps huis, toen ter wille der markt-aangelegenheden, op het markt-veld gesticht, markt- en kerk-plein scheidend. Waar schijnlijk moet dit gebeurd zijn, lang vóórdat er nog van eene vergrooting der kerk, het bouwen van een nieuw koor, begonnen 1278, sprake was, dergelijke plannen Een acte van 28 April H60 zegt„dat Jan van der Cruce, Deur- waerder mijns genadigen Heere, het huijs te Brederode, staende in den Hage, te cope geboden heeft tot drien sonnendagen in der Prochie- kerke van den Hage ende dairna is gaen sitten in den Stedehuijse van den Hage ter presentie van den Scout en Gerechte van den Hage, enz.”. Hieruit blijkt het bestaan van een stedehuis, en dat in de kerk, na afloop van den Zondagsdienst dergelijke afkondigingen plaats hadden. Op grond van deze acte zijn er, die beweren dat het huis Brederode oorspronkelijk ter plaatse van het tegenwoordige raadhuis zou hebben gestaan en tot dorps-huis zou hebben gediend, wat m. i. onaannemelijk is. Dat was toen geen terrein voor een zóódanig adellijk huis, dat was de wijk der neringdoenden, der nijverende wijk der adellijke huizen was: de Vijverberg, het Voorhout, de Kneuterdijktrouwens de Graaf als beschikker over den grond, zou daartoe aldaar ook nimmer grond hebben afgestaan.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 54