de
De verschijning van dit Jaarboek is tot mijn spijt en
buiten mijn toedoen meer dan een half jaar vertraagd.
Naast eenige bladzijden gewijd aan het regeerings-
jubileum van H. M. de Koningin vindt men een drietal
korte stukken bestemd om de nagedachtenis te eeren
van mannen, die zich, elk op zijne wijze, voor de geschie
denis van Den Haag en Scheveningen verdienstelijk
hebben gemaakt.
De Heer Peters vertelt ons over de restauratie der
Groote Kerk, de Heer Enschedé over de herstelling
van het orgel in de Luthersche Kerk, die onder zijn
leiding is tot stand gekomen.
Prof. De Blécourt vervolgt zijn in het vorige Jaar
boek aangevangen uittreksels uit Bijnkershoek en Pauw,
terwijl Mr. Staring een voor de Haagsche geschiedenis
belangrijke schilderij beschouwt.
Tenslotte heeft de Heer Smit, naar aanleiding van
een stuk in het laatste Jaarboek, een artikel aan
geografische toestanden rond Den Haag gewijd.
Evenals verleden jaar is een lijst van nieuwe en
verdwenen straatnamen opgenomen. Een rubriek is
geopend, waarin alle nieuw verschenen geschriften over
Den Haag zooveel mogelijk worden opgegeven. In
verband hiermede houd ik mij voor toezending van
dergelijke geschriften ten zeerste aanbevolen.
Het feit, dat het vorig Jaarboek voor twee jaren
gold maakte thans het opnemen van twee Kronieken
en twee Jaarverslagen noodzakelijk. Tenslotte is op
veler verlangen evenals vroeger weer een naamlijst
der leden afgedrukt.