GROOTE OF ST. JACOBS-KERK 55 Aan het Rijks-subsidie, toegezegd bij brief van 5 Augustus 1909, n°. 971, afd. K. W., was echter de voorwaarde verbonden, dat de restauratie zou geschieden in overleg met en volgens aanwijzing van den architect der Rijks Monumenten, Dr. P. J. H. Cuijpers, terwijl namens de Regeering in de Restauratie-commissie werd aangewezen Jhr. Mr. V. de Stuers, en, na diens af treden Baron Sweerts de Landas. Toen dr. Cuijpers zich echter in September 1918 verplicht achtte als architect der Rijks Monumenten en als Voorzitter der Monumenten Commissie af te treden, verviel daarmede tevens zijn taak tegenover de kerk, welke is overgenomen en voort gezet door de nieuwe Monumenten Commissie in haar geheelin plaats van één adviseur, één ervaren bouw meester, de beste kenner onzer Middeneeuwsche bouw periode, was er nu een vergaderend vééltal, hetgeen allerminst bespoedigend werkte, en bij dit werk in eigen beheer uitgevoerd, den heer Repelaer dan ook menig moeilijk oogenblik bezorgd heeft, te meer, daar de Commissie geneigd bleek, tevens de taak der beide architecten, A. Mondt en Jos. Cuypers, belast met de uitvoering, over te nemen. Behoudens een klein onderdeel is alles nu afgeloopen Zijnde dit het bedrag van de herstel-kosten aan de kerk geschat noodig te zijn, vanwege de op verlangen dier gemeente afgebroken krans van huisjes, voor wier gemis en huurderving de kerk f 100.000.— is uitgekeerd. In dat bedrag van fl. 315.260,47 is het Rijk bereid gevonden bij te dragen ad 433/4 fl. 137.926,45 de provincie ad19.000, de burgerlijke gemeente ad 36.482,89“ Totaal fl. 193.409,34“

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 71