57
GROOTE OF ST. JACOBS-KERK
Uit bescheiden in het kerkelijk-archief aanwezig blijkt, dat om
streeks 1915 de Wethouder van Openbare werken kerkvoogden in
uitzicht gaf„dat men van Gemeentewege de toren zal ontdoen van
de ijzeren spits, dat kunstwerk reeds een halve eeuw versierend en
dan de oudste vorm aan de spits hergeven zal worden”.
Kerkvoogden betuigden hiermede hunne instemming, onder mede-
deeling„dat hen door enkele particulieren een klein bedrag is ter
hand gesteld voor dat doel, om in de kas der burgerlijke gemeente
te worden gestort”, zoodra de Raad het besluit tot die verandering
zal hebben genomen.
echter de vroegere bronnen niet meer vloeiden. Van
daar gezien, verschuilt zich het verdere kerkgedeelte
achter het groen der boomen; alleen de zeskante deels
vuil grijze baksteenen toren, komt boven dat groen uit,
welke toren na zijn overgang tot de burgerlijke gemeente
in 1810, bij herhaling mishandeld, allengs een povere
sire is geworden met zijn doorzichtige ijzeren muts, zijn
vroegere spits ten deele dekkend1).
Vanaf het smalle voetpad langs de westgevel van
het Raadhuis komt het koor ten vollen uit, met wat
groen aan zijn voet, achter beschermend hekwerk; ter
plaatse der gewezen H. Sacrements-kapel is in dat vak
van den omgang geen venster, maar een dicht-gemet-
selde spitsbogige toegang tot die kapel zichtbaar.
Verder rondgaande krijgt men eerst op den hoek
der Schoolstraat bij de Vischmarkt een uitstekend over
zicht over het kerk-geheel met toren; van daar gezien,
komt vooral het eigenaardig dwars-beukig karakter
met zijn rei breede topgevels met hun hooge vensters
en daken ten vollen uit, de vier ietwat verwaaide
boomen doen daar goed met hun bladgroen, zij vragen
de twee die er tusschen ontbreken terugde kosterij
en de dienst-vertrekken hinderen weinig, trouwens zij
waren onmisbaar en het eigenaardig behandelde oostelijke
ingangsportaal aan die zijde, ziet men daarstaande ge-