BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS DER
62
komen, en u veel van
doen voorbij zien.
De invloed der belichting op eene kerk-ruimte, hoe
eenvoudig ook, al is het maar een zaaltje, is van buiten
gewone beteekenis, bijna even groot als die harer ver
houdingen zijn die beide factoren, wat zij in de gegeven
omstandigheden kunnen zijn, dan heeft er een goede
geest bij den bouw over die kerk gewaakt, zoo niet,
dan mist zij de stemming, die zij hebben kon, die zij
hebben moest.
De Sint Jacobs-kerk alhier is één van die weinige
gebouwen, welke in plan-vorm, opstand, verhouding en
belichting zóó gelukkig zijn gedacht en uitgevoerd, dat,
al wat er vroeger of later ook verkeerds in mocht zijn
uitgevoerd of aangebracht, daarin als het ware onop
gemerkt verdwijnt, voorbijgezien wordt, vanwege het
buitengewone, dat u er in treft, dat u roept.
Dat eruit verbannen prachtige zonnelicht, het doet
u missen het hoogere, dat het geeft, maar toch blijft
ge dankbaar, dat er nog niet meer warm licht aan
ontnomen is, wat er nog aan warm licht is gebleven, dat
blijft u treffen, door hetgeen het is en geeft en spreekt.
onwillekeurig plaatst men zich dan ook, om het gebouw, om
de kerk-ruimte te genieten tegenover die vensters, achter
welke de blauwe lucht en het groen der boomen van het
voormalig kerk-plein een steeds in toon wisselende,
warme, rustige, van leven tintelende achtergrond vormen,
terwijl achter u een grijs en vaak koud licht invalt.
Het warme gouden zonnelicht, is nog altijd de grootste,
de geniaalste kerk-schilder, beurtelings op zijne onover
trefbare wijze alles even in vollen glans brengend, de
schaduwen verdiepend, het relief verhoogend, pracht-
momenten soms aanbiedend, om dan weder iets verder,
al wat goed is in dubbele waarde even te doen uit-
wat minder goed mogt zijn, te