DE RESTAURATIE VAN HET ORGEL IN DE EVAN- 68 c I scherp dulciaan 3.4 dik 8 fagot trompet 16 4 1921 vóór de uitbreiding. Manuaal. met vrij groote zekerheid te weten hoe deze was. Het contract, dat uit den aard der zaak met Batz gesloten moet zijn en waarin de dispositie natuurlijk was opge nomen, is niet teruggevonden. De dispositie, die in de geciteerde „Mercurius” afgedrukt is en daarom als gelijk tijdig, als de oorspronkelijke zou kunnen gelden, is echter kennelijk onvolledig. Dit blijkt onmiddellijk uit het feit, dat het aantal opgegeven registers minder is dan het aantal aanwezige oude knoppen en er geen sprake van is, dat de ontbrekende later zijn toegevoegd. De con structie van het orgel toont zulks ten allerduidelijkste. Daarentegen komt dit aantal knoppen overeen met het aantal registers, opgegeven in 1774 door den Goudschen organist Joachim Hess in zijn „Disposition van merk waardigste kerkorgelen” van dat jaar (blz. 36), zoodat door vergelijking van beide opgaven met een aan zeker heid grenzende waarschijnlijkheid besloten kan worden tot de dispositie van 1762. Wanneer deze reconstructie vergeleken wordt met de tegenwoordige dispositie, die afgedrukt staat in het boekske, dat de heer J. R. Gravelotte, de organist der kerk samengesteld heeft bij gelegenheid der weder in gebruikneming van het gerestaureerde instrument in November 1921. dan blijkt, dat de benaming van eenige registers boven de registerknoppen, welke, wat voor de hand ligt, door den heer Gravelotte gevolgd is, niet overeenkomt met de werkelijkheid en dat bovendien sommige registers sedert 1762 opgeschoven of door andere vervangen zijn. 1762.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 86