6 2 GELISCH LUTHERSCHE KERK TE ’S GRAVENHAGE 69 Bovenwerk. Positief. Pedaal. fluit flageolet sesquialter mixtuur cornet roerfluit flageolet (uitgenomen) salicionaal roerfluit 4 2 4 4 1 gemshoorn 4 waldfluit flageolet roerquint clarinet (trombone) 4 2 H/a 4 IVa Wanneer deze vernieuwingen en veranderingen zijn gedaan, is voorhands niet te documenteeren. Men kan gissen in 1837, toen volgens het „Aardrijkskundig-woor- denboek” van Van der Aa (IV (1843), bl. 802) door de firma Batz Co. „verbeteringen” zijn aangebracht. Het is moeilijk te zeggen of deze „verbeteringen’’ zulks inderdaad waren. Op zich zelf beschouwd zijn de nieuw ingebrachte stemmen goed en deugdelijk, wat trouwens a priori verwacht kan worden van werk geleverd door onderscheidene leden van de orgelmakerij Batz, die langer dan een eeuw gestaan heeft aan de spits van ons klassiek orgelbouwvak. Over de oppor tuniteit dier veranderingen kan natuurlijk thans niet meer geoordeeld worden; zij kunnen niet of nauwelijks geschaad hebben aan de superieure geluids-kwaliteit van het geheel. Die kwaliteit, alsmede het karakter is achttiende- eeuwsch in de ruimste beteekenis van het woord. Het instrument heeft het statige, ronde, volle, scherp-heldere,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 87