GELISCH LUTHERSCHE KERK TE 'S GRAVENHAGE 71 oud geluid; men hoore b.v. het orgel in de Westerkerk te Enkhuizen, waar door den orgelmaker D. G. Steenkuyl te Amsterdam een twintig jaar geleden zulk een modern orgelwerk geplaatst is in den zestiende-eeuwschen schrijn. Een ander advies, dat gegeven zou worden n.l. zich uitsluitend te bepalen tot herstelling van slijtage-gebreken, kon evenmin genade vinden en met reden, omdat zulks de billijke bezwaren, die bestonden tegen het gemis van die elementen, welke het hedendaagsche verlangt, slechts verschoof naar een lateren tijd en, werd dit advies uitgevoerd, zij, die jaren lang gecontribueerd hadden om tot verbetering te komen, niet zouden kun nen ervaren dat er feitelijk iets aan het orgel gedaan zou zijn en zich dus te zijner tijd noodwendig dezelfde wenschen en grieven zouden moeten kond geven. Behalve het hiervoor ontwikkelde bezwaar, dat ik in het algemeen heb tegen nieuwbouw in een ouden schrijn, had ik in dit bijzondere geval nog vier andere overwegingen. In de eerste plaats zou vernietigd worden een eerste klasse, goed geconserveerd orgel van onmiskenbare historische en artistieke beteekenisvervolgens is dit orgel het eenig overgebleven hoofdwerk van Batz, daar het orgel, dat zich in de St. Lievens Monster te Zierikzee sinds 1770 bevond, in 1832 door brand vernield is; in de derde plaats was en is ook dit orgel verre te ver kiezen in geluidskwaliteit voor den algemeenen protes- tantschen eeredienst, welke kwaliteit moderne orgels zelfs niet benaderen en ten slotte was ik van oordeel niet te mogen aanvaarden uit schoonheidsbeginselen de Duitsche wijze, waarop in moderne instrumenten de wind toegelaten wordt tot een orgelpijp m.a.w. dat de ouder- wetsche sleeplade -zooals dit orgel heeft klank rijker is dan de moderne pneumatische lade.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 89