II (Vervolg). EEN 18E EEUWSCHE KRONIEK. Uittreksels uit „Observationes tumultuariae” van Bijnkershoek en Pauw DOOR Mr. A. S. DE BLÉCOURT. 473. De tooneelspeelster, over wie gehandeld is onder no. 414, sprak na den dood van den heer van Cortgene diens oudsten broeder, den heer van Zeist, aan, om het proces te vervolgen, maar hiermee beging zij, of liever haar procureur, een onhandigheid om proces- sueele redenen, hier niet van belang. Maar zoo groot was de welwillendheid van den H. R. tegen deze tooneel speelster, dat men de zaak buiten beslissing liet en haar een wenk gaf hoe ze opnieuw de zaak moest opzetten. Ongehoorde gunst, zegt B., en dat nog wel jegens een tooneelspeelster. (Beschikking 13 December 1708). 483. Maria, koningin van Engeland, had aan Stichus een jaargeld beloofd, tot dat hij uit 's Konings gunst eenig ambt zou hebben gekregen. Ook de Koning be taalde dit tot zijn dood toe hem uit. Na den dood van den Koning wilden de erfgenaam en de heeren van de Domeinen niet langer betalen, bewerende dat de Koning het onverplicht had gedaan, maar hoezeer

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 96