EEN 18E EEUWSCHE KRONIEK 81 Voor oplossing van dit geval kwam de heer W. J. J. L. Bijleveld te Leiden met zijn groote parate genealogische kennis mij te hulp. Hij verschafte mij de volgende ophelderingenJan Storm van ’s Gravensande is geboren in 1662 en promoveerde in 1684 te Leiden, stierf in den Bosch den 24sten Februari 1706 en 6 560. Het Hof van Holland veroordeelde op 29 No vember 1674 den heer van Segwaart om tegen recognitie het schoutambt te laten bedienen door Storm van 's Gra vensande, en dat hij, ambachtsheer, zou moeten dulden dat Storm een ander in zijn plaats stelde. Deze sententie bevestigde de H. R. op 31 Juli 1676. Den 30«ten Juli 1706 veroordeelt het Hof dezen schout in een boete van f600,— en verklaart hem eerloos. De schout appelleert en deze zaak hing in 1709 nog voor den H. R. Maar 11 September 1706 hadden welgeboren mannen van Rijnland hem wegens doodslag voor 50 jaar uit Holland verbannen. De vrouw van dezen voortvluchtigen schout, die het armoedig had, spreekt nu den heer van Segwaart aan, om krachtens die uitspraak van 1676 te dulden dat er een ander door haar man werd benoemd. De heer van Segwaart eischt bij reconventie, dat de schout vervallen zal worden verklaard van zijn ambt. De H. R. beslist dat de schout na zijn burgerlijken dood evenmin rechtshandelingen kon verrichten als wanneer hij zijn natuurlijken dood ware gestorven (beslissing 27 Sep tember 1709). deels gelijk, deels ongelijk (18 Juni 1709). De zaak is weinig belangrijk, en is hier zeer onvolledig weerge geven. De vermelding van het geval geschiedde omdat er voor de zooveelste maal door kan worden aangetoond, hoe het leven onder de Republiek soms door oude privi leges uit den grafelijken tijd werd geregeerd. (Zie een uitlooper van deze zaak onder no. 769.)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1923 | | pagina 99