DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN 78 sprake Fruin, in de Bijdr. voor Vaderl. Gesch. NR. VIII, blz. 59, wordt dat register gesteld op den jare 1281’84. In het hoofdstuk over het ontstaan van die Haghe zal uiteen gezet worden, waarom misschien deze dateering onjuist is en ’t register eerder gesteld moet worden. In een acte van 25 Juli 1291 is er sprake van grond, gelegen in officio de Hagha. Bij van Mieris II, blz. 580, Fransche acte van 26 Jan. 1296/97, wordt die Haghe een „maner” genoemd, een middeleeuwsch Fransch woord, overeen komende in beteekenis met villa. Op 14 Maart 1458 wordt er door den graaf een ordonnatie uitgevaardigd, waarbij het verboden wordt „pansiers, lange messen of andere verboden wapenen te draegen bij daege of bij nagte in de heerlijkheid van den Hage”2). En verder komt de naam vrijheid als kenschetsing voor die Haghe tallooze malen voor s). Altemaal bewijzen te over, dat die Haghe niet was de wildbaan of het bosch, maar het geheele gebied, dat de graaf als grondheer had geëxi- meerd tot zijn eigen gebruik. En tevens bewijzen daarvoor indien het na al hetgeen gezegd is nog meer bewijs noodig heeft dat die Haghe nog minder de aanduiding is van het dorp, dat later ’s Gravenhage genoemd is. Uit deze verwar ring van die Haghe met het dorp, een verwarring door de Riemer in zijn Beschrijving van ’s-Gravenhage in de hand gewerkt, omdat hij er zelf in vastzat, en in zijn voetspoor daarna door alle schrijvers over ’s-Graven hage bestendigd en vermeerderd is natuurlijkerwijze v. d. Bergh II no. 781. 2) Mem. van Senbentien Hof v. Holland van 13 Juli 1457—8 Jan. 1461. 3) Acte van 29 Jan. 1503. Fr. Reg. G. Archief fol. 42vs. 30 Sept. 1505. Zwartbonte register Rekenkamer fol. 18 en 19. 31 Maart 1513. Fr. Reg. G. Archief, fol. 72.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 100