certificatie voortgekomen voorstellen Acte van certificatie van Schepenen d.d. 20 Juli 1325. Hann. 142. Origineel R. A. abdij Leeuwenhorst. een totaal verkeerd begrijpen en onjuist van de rechtspraak in die Haghe. Hoe deze verwarring is kunnen ontstaan zullen we nagaan in het hoofdstuk over het ontstaan van het dorp van der Haghe. De begrippen van die Haghe, Haghe-ambacht, heer lijkheid en vrijheid van der Haghe dekken elkaar vol komen. Vandaar dan ook, dat ze door elkaar gebruikt worden en in een en hetzelfde stuk kunnen voorkomen. In dit opzicht zijn de rekeningen van den Rentmeester van Noord-Holland bijzonder typeerend voor datgene wat zoo juist is betoogd. Om slechts een enkel voorbeeld te noemen - maar er zouden zelfs tientallen kunnen wor den aangehaald, in de rekening van dien rentmeester over 1316 is, fol. 2, sprake van „afterstallen van rente” over het jaar 1315 en dan worden eerst opgesomd „de lanthure in de Hage”, maar op fol. 4, waar de renten over 1316 verantwoord worden, wordt gesproken van „lant hure van den Haghe ambocht” en in beide gevallen wordt de zelfde streek bedoeld, zooals blijkt uit de specificaties van de landhuren. Wanneer dus gesproken wordt van schepenen van der Haghe dan worden daarmee bedoeld en hoeveel verwarring is hierdoor niet ontstaan en hoeveel onjuist inzicht niet schepenen van wat wij noemen het dorp of de stad den Haag, maar schepenen, die rechtspraken in het geheele gebied tusschen Zijdwinde en Loozerlaan. Want in dit opzicht is het b.v. typeerend, dat schepenen die in de eene acte heeten schepenen van der Haghe of in den Haghe, in de andere acte worden aangeduid met schepenen van Haghe-ambacht 1). Er is dus ook geen sprake van, dat de rechtspraak der schepenen van WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 79

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 101