82 DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN herten, hinden, roode deijnen, hasen, conijnen ende ander diergelijcke. Int welcke doende, zij ons beroeven ende benemen de geneuchte ende dedu.it, die wij daer off hebben zouden ende ons toebehoert.” De graaf heeft dus het privatieve jachtrecht in het bosch. Ieder, die tegen dit jachtrecht zondigt, is straf baar „ende dit al up peijne van verbeurt te hebben die honden, vogelen, bogen ende daertoe elcx thien ponden ten prijse voors. telcken reyse als die over treders van desen sullen bevonden worden die contrarie gedaen te hebben Jazelfs „zoo ordonneren wij onsen bewaerder van den bossche voors, dat hij terstondt doe sluijten onse porte van onsen bossche voors. tot allen eijnde ende niet en gehenge noch en gedoege dat nye- mant wie hij zij mit karre, mit wagens daer inne noch duer te vaere, noch oick te paerde daer deur rijde. b. Weiderecht. Recht van varkensteelt, recht om te maaien etc. De graaf verbood in de eerste plaats het weiden door derden in het bosch van „eeniger hande beesten, als heynsten, merryen, ruynen, koeijen, calveren, verckens, scapen, noch andere beesten, hoedanich die sijn, ende dat uptie boete ende verbeurnisse tegen ons van de voors. beesten, ende daer boven van de somme van vijff ponden ten prijse voors. van elcke beeste”. J) Daarentegen konden derden wel tegen een zekere som gelds hun varkens in het Bosch laten weiden. 2) Ordonnantie op het Bosch van 1498. 2) Zie Leenregister van Floris V. J. de Fremery no. 228. Rent. Rek. v. Noorthollant. 13431344 fol. 6: item ontfaen van vedeminghe van verken int hout. idem 13441345 fol. 11: item van der vedeminghe van verken int hout. idem 1376—1377: ontfaen van den varcken, die in de Haghehout ghingen in die akertijt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 104