De Beek zette zich dan verder voort langs de Zuid
en Oostzijde van het hof en liep langs de tegen
woordige Heerenstraat en Bleyenburg naar het Bosch.
Als in 1671 er een kwestie rijst tusschen de magistraat
van 's Gravenhage en de Rekenkamer over het repareeren
van de straten, wordt het grafelijkheidsgebied, dat ten
laste komt van de Rekenkamer, volgens de acte daarvan
in het Pap. Reg. 2 fol. 427vs vlg., op de volgende wijze
begrensd: „alle de straeten en de straetjes gelegen ten
noorden ende oosten van de beek, beginnende van de
Zuydpoorte van den Hove, (d.i. de poort tegenover het
Spuy, ook wel Cockenpoort genoemd), daer onder be
grepen het Buytenhof ende Plaets, tot aen de heulstraet
toe in het Noorden, laatende de noordelijke helft van
de voorn, heulstraete onder den Hage voorn.
Den Kneuterdyck met de hooge Nieuwstraet ende
het Hartogh straetje.
De straet ten westen de Kloosterkerk, tot aan de poort
van het klooster ten noorden.
Voorts alle de straeten en de straetjes, gelegen be
snijden den Dennenweg (tegenwoordige Kazernestraat),
welcken Dennenweg ofte achterstraet van het Voorhout
onder Den Haeg werd gelaeten, beginnende in het
westen van de poort gestelt bij het huys van den heere
van Couwerve, tot aen het bruggetien van de Maliebaen
(tegenwoordig Maliestraet) inclusieve in het oosten.
Dat de straet, langs de gracht besuyde het voorn,
bruggetje bij de Maillebaen, genoemt de Santsloot tot
aen het nieuwe Voorhout, met de straetjes besuijden
de voornoemde Denneweg naer het Voorhout blijven
sal aen de besorginge van de heeren Raden ende
Meesteren van de Reeckeningen over haer Ed. Groot
Mogende domeijnen. Van gelijcken de Vijverberg van
de plaats aff oostwaerts aen voorbij de Doelen tot aen de
WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 91