WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 93
categoriën van inwoners van die Haghe te bespreken.
ff1. Beleening. In de eerste plaats dan gaf de graaf
verschillende gronden in leen uit, zooals b.v. in 1324 des
maenendachs na Sinte Lambrechts dach, op welken dag
Graaf Willem Pieter Kerstens Spiegelsz. beleent met
vijfthalf morgen lants legghende int Haghe Ambacht
binnen desen marken x).
ff2. Schenking..Ofwel de graaf schonk eenvoudig land
weg aan personen die hem verschillende diensten hadden
bewezen, b.v. 1354, Vridachs na onser vrouwen dach
annuntiatio, Hertog Willem doen cond allen luden, dat
wi ghegheven hebben ende geven Dire van Tienen,
onsen clerc, sestien hont lants, die ghelegen siin int
Haghe ambacht2).
g3. Erfhuur. Maar het grootste deel van den grond
werd in huur uitgegeven. In de rentmeestersrekeningen
van Noordholland komt verantwoording van deze huur
voor. In die van 1316 is alleen sprake van „lanthure”.
Toevalligerwijze is achter in die rekening opgenomen
een lijst van „afterstal van lanthure”, in Haghe-ambacht
en daaruit leeren wij (later wordt op deze indeeling
van die Haghe nog wel teruggekomen), dat „up de vene”
(de buurt van Veenestraat, Vlamingstraat, Wagenstraat)
gevestigd waren 129 lanthuren, „up de gheest” (de
buurt van Torenstraat, Visschersdijk, Gheest) 125 lant
huren, en de Meente t’Eyckenduynen 23 en verder
nog 5 in de Cnoopstoc en 4 in het lanengiersterlant,
waarvan de Cnoopstok bij Eikenduinen is gelegen.
In de „verclaringhe van alle des graven renten in
Noorthollant, Woerden en Oudewater*'3) van den jare
1334 zijn de respectieve landhuren 102, 174, 28, 4 en 1
Leenk. EL 1 fol. 45.
a) Leenk. EL 25 fol. 59vs.
3) Werken Hist. Gen. N.R. 21. blz. 154 en vlg.