DIE HAGHE ALS AMBACHT, PAROCHIE EN 96 1334. en 2 pull van de Leenkamer E.L. 22, vindt men 't aantal hoenders, dat 1350 van Verclaringhe van hure als erfelijke huur gezegd van de lanengierster lande in die Haghe dat men dat „verhuert bi jaerigher hure”. Wat de huurder jaarlijks te betalen had, bestond in een bepaalde som gelds, heel vaak per morgen berekend en enkele hoenders, de hof hoenders. Niet overal in die Haghe deed de grond evenveel in huur. De grond „up den Zuitveen” bracht per morgen op 3 sc. en 3 pullos, maar „up den Nortveen”, gedeeltelijk 3 sc. en 3 pullos, gedeeltelijk 12 d. In het register een opgave van eiken morgen in die Haghe werd opgebracht. „Dit zijn die hoenre, die men miin here sculdich is: item in die Haghe up tveen CLXXIX morghen lants, elke morghe drie hoenre maken Vc XXXVII hoenre, item op den nortveen XIX morgen II hont, elke morghe III hoenre maken LVIII hoenre, item benoirden den Haghehoute LV morgen elke morghe II hoenre maken CX hoenre, item up den veen bi denneweghe XXXI morgen II hont elcke morghe III hoenre maken XCIIII hoenre”. In de registers van de Leenkamer komen enkele ver- huuracten voor. Een van de oudste, overgeschreven naar het origineel, volgt hierbij: „Wi Willem, grave van Henegouwe, van Hollant etc., maken cont etc., want die grave Florens dair God die ziele of hebben moet med sinen openen brieve die ghegheven was des anders daghes nae onser vrouwen dach ter lychtmesse int jaer ons heren MCC neghen ende seventich verhuert hadde Pauwelse Pulier sinen knape erflike te besittene ene hofstede in die Haghe bi der poirten van den hove leggende binnen dese marken die sloet bi der poirten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1924 | | pagina 118