manieren, als sij tot hairtoe gedaen hebben ende wan
neer sij in eenich van onsen dienste voirscr. uut sijn
200 sullen zij hebben voir hun ende hoiren peerden
hoiren vrien cost; voirt sullen zij ons binnen onser
herberge voirsc. voeren koern, wijn, bier, soud, was,
vlecken, smout, hoy, turf ende andere provancien, hoe
dat sij genoemt moghen wesen, die onser herberghen
voirscr. toebehoeren binnen den ambochte van der Haghe
of dat binnen der voirscr. ambacht mit scepen ant lant
comen sal ende voir dese voirscr. diensten als voirscreven
is sullen die buerlude ende inwonende lude voirscr. vrij
wesen tot alre tijt ons te dienen tot enigher heervaert,
uutgenomen onse mannen ende wailgeboren lude, die
sullen ons dienen in onse heervaert tot alre tijt als wij
hen des sullen doen vermanen in alle manieren als andere
onsser mannen ende wailgeboren Lude in onse Lande
geseten.’’
In 1407 werd dit privilegie uitgebreid over die ge-
heele Haghe en werden alle huijsluijden in die Haghe
vrijgesteld van heervaert. Uit den aard der zaak de
leenmannen en welgeborenen niet, omdat de heervaert
juist de specifieke verplichting was van edelen en wel
geborenen. Voor 1407 waren dus ook alle huijsluijden
in die Haghe verplicht om den graaf met de wapenen
bij te staan. De reden echter, dat in 1407 de huijsluijden
vrijgesteld werden van heervaert was niet zoo ideeel,
als in 1400 wordt voorgesteld, nl. dat de graaf uit een
zekere dankbaarheid voor hun getrouwe hofdiensten
hun die vrijstelling verleend zou hebben. Bij het ver-
leenen van privilegie’s werd eigenlijk altijd de stelregel
toegepast, dat de eene dienst den andere waard is. Niet
om de trouwe verrichting der hofdiensten kregen ze
dit privilegie, maar omdat ze boven hun gewone lasten
een nieuwe belasting aan den graaf gingen opbrengen.
WATERSCHAP TOT HET EINDE DER 16E EEUW 101